Formatie van Tubbergen
Opeenvolging van grijze tot witte of roze tot rode zandsteenlagen van variërende dikte, afgewisseld met kleistenen en enkele steenkoollagen.
Zanden zijn fijn- tot zeer grofkorrelig, soms overgaand in grind, matig gesorteerd en subhoekig. Zandstenen komen voor in geulopvullingen van 5 tot 20 m dik, wat leidt tot blokkige log patronen in boorgatmetingen; kunnen in opeengestapelde, massieve intervallen tot 100 m dik voorkomen. Ingeschakelde kleisteen opeenvolgingen zijn voornamelijk lichtgrijs of groengrijs.
Steenkoollagen: geassocieerd met de grijze kleisteen inschakelingen van 5 tot 50 m dik. Paarse of roodbruine intervallen worden dominanter in de jongste delen.
De massieve, dikke zandsteen intervallen: verbonden vlechtende fluviatiele geulopvullingen.
Dunne zand-/silsteenlagen en fijnkorrelige afzettingen: komafzettingen, grijze kleuren in de fijnkorrelige afzettingen. De geassocieerde steenkoollagen duiden voornamelijk op slecht gedraineerde bodems in een komafzettingsmilieu. Hoger in de formatie worden de kleuren bonter en roder, wat duidt op een toename in droogte en verbeterde bodemafvoer.
Gemarkeerd door het eerste voorkomen van dikgebankte zandstenen. Dit gaat vaak samen met een duidelijke afname in het aantal steenkoollagen, in vergelijking met de onderliggende Formatie van Maurits.
Getrokken aan de top van een dikke zandsteenlaag, die bedekt wordt door een tenminste 40 m dik interval van voornamelijk kleistenen. In de provincie Utrecht gaat de Formatie van Tubbergen geleidelijk over in de Formatie van Hellevoetsluis.
VK: ?; DUI: ?; BEL: ?.