Formatie van Stramproy
Lichtbruin tot grijswit uiterst fijn tot zeer grof zand (63-420 µm), gebleekt, kwartsrijk, stabiele zware mineralen, veelal kalkloos. Grijze tot bruingrijze leemlagen en groengrijze tot bruine kleilagen. Plaatselijk lagen veen en fijn grind.
Kleinschalig fluviatiel (Noord-Belgische rivieren), fluvio-eolisch (periglaciaal), lokaal colluviaal, estuarien (Westerhoff 2008) en ondiep marien.
Scherp contact met fluviatiele klei (Formatie van Waalre), geleidelijke overgang naar fluviatiel zand (Kiezeloöliet Formatie).
Scherp contact met grover rivierzand (formaties van Sterksel, Urk en Kreftenheye). Geleidelijke tot diffuse overgang naar jonger eolisch en lokaal rivierzand (Formatie van Boxtel).
Noordzee: niet onderscheiden; VK: afwezig; DUI: Hauptterrassen; BEL: Lid van Beerse van de Formatie van Weelde (voorheen Complex van de Kempen; Wouters & Vandenberghe 1994), delen van de Formatie van Ravels en de Formatie van Mol (Lid van Maatheide), zandige deel van het Lid van Jagersborg (Kiezeloöliet Formatie).